
Het Bloed van de H. Januarius is op 16 december niet vloeibaar geworden. Het bloed, dat in een relikwiehouder wordt bewaard, wordt gewoonlijk drie keer per jaar vloeibaar: op de zaterdag voorafgaand aan de eerste zondag van mei (de dag van de overbrenging van de relikwieën), op 19 september (de dag van zijn martelaarschap) en op 16 december (de verjaardag van de uitbarsting van de Vesuvius in 1631, toen de lava stopte aan de stadspoorten van Napels; één van de meest bijzondere mirakels door de voorspraak van de H. Januarius).
Het bloed wordt bewaard in de kathedraal van Napels. De abt van de kapel, Mgr. Vincenzo De Gregorio, vertelde aan het volk dat het bloed niet vloeibaar was geworden. Hij vroeg de gelovigen om te blijven bidden, terwijl ze wachtten, maar tegen kwart na zeven ’s avonds werd de relikwie teruggedragen naar het schrijn, zonder dat er iets gebeurd was.
Mgr. De Gregorio zei nog: “We mogen niet denken aan tragedies en calamiteiten. We zijn mensen van geloof en we moeten blijven verder bidden.”
Wat de stad Napels betreft, is het vast blijven van het bloed een slecht voorteken. Hetzelfde gebeurde in 1939 toen WOII begon, in 1940 toen Italië de oorlog vervoegde; in 1943 toen de Nazi’s Italië bezetten; in 1973 toen er een uitbraak was van cholera; en in 1980 toen een zware aardbeving het zuiden van Italië trof.
In 2015 was er ook een bijzonder voorval, toen het bloed half vloeibaar werd toen Bergoglio het relikwie in zijn handen had. Wat de reden hierachter was, blijft een raadsel.
Napels ligt aan de voet van de vulkaan Vesuvius en wat veel mensen niet weten, ook vlakbij de supervulkaan Campi Flegrei, die naar verluidt sinds kort verhoogde tekenen van activiteit vertoont. De laatste uitbarsting van deze vulkaan deed zich voor in 1538. De vulkaan heeft een geschatte explosiviteitsindex van 7, wat hoger is dan die van Krakatau (6).

Bron: Catholic Herald ; RT