11 juli is traditioneel de feestdag van de Heilige Benedictus van Nursia. Benedictus werd ca 480 te Nursia in het Italiaanse Umbrië geboren. Hij was van adellijke afkomst. Na zijn studies te Rome leidde hij drie jaar lang het leven van een woestijnmonnik in de eenzaamheid van een grot te Subiaco ten oosten van Rome.
Benedictus woonde in een spelonk waar hij zich in de eenzaamheid van het kluizenaarsleven aan God toewijdde. Stilaan kwam hij in steeds hoger aanzien te staan bij zijn omgeving. Toen de abt van een naburig klooster stierf, kwamen de monniken van daar vragen of hij niet hun overste wilde worden. Benedictus weigerde lange tijd. Hij voerde aan dat hij, gezien hun levenswijze, niet de overste was die zij moesten hebben. Maar uiteindelijk stemde hij erin toe. Hij paste de door hem geschreven regel consequent toe, zodat de monniken zich erover begonnen te beklagen dat ze hem als overste hadden gevraagd. Vandaar dat ze op een dag gif door zijn wijn deden. Ze gaven hem het goedje te drinken vlak voor het slapen gaan. Zoals gewoonlijk maakte Benedictus een kruisteken over de glazen beker, waarop deze onmiddellijk in stukken brak, alsof er een steen tegenaan was gekomen. Nu begreep Benedictus dat er gif in de beker had gezeten, anders zou er bij het maken van het kruisteken niets gebeurd zijn. Hij stond op en rustig glimlachend sprak hij: “Moge de almachtige God jullie vergiffenis schenken, mijn broeders. Maar heb ik jullie destijds al niet gezegd dat jullie levenswijze niet de mijne was?” Daarop keerde hij terug naar de spelonk die hij indertijd had verlaten. Daar werd zijn heiligheid herhaaldelijk bevestigd door allerlei wonderen. Er kwamen zoveel gelovigen om hem gezelschap te houden dat hij op zijn minst twaalf kloosters stichtte. Tegen zijn 50e verhuisde hij met zijn monniken naar Monte Cassino en stichtte daar het klooster dat nu wordt beschouwd als de wieg van het West-Europese kloosterleven.

Tijdens zijn kluizenaarsleven schreef zijn regel, waaruit de aanbeveling Ora et Labora (= Bid en Werk) wereldberoemd is geworden. Vooral dat ‘werk’ was in die tijd een doorbraak. Immers werk was voorbehouden aan de laagstgeplaatsten in de maatschappij: aan slaven en lijfeigenen. Adel en geestelijkheid werkten niet. Wanneer nu Benedictus niet alleen studie, maar ook werk voorschrijft naast gebed, vraagt hij daarmee van zijn monniken een houding van de minste der mensen; zij waren vaak van adellijke afkomst en voor hen was werken beneden hun rang en waardigheid.
Overal in Europa zouden zich de komende eeuwen volgelingen van (de regel van) Benedictus vestigen, en door hun werk kunst en cultuur bevorderen, zoals de Cisterciënzers (In Noord-Nederland hebben zij dijken aangelegd en landbouwgebieden aan het water onttrokken; alsmede bos- en wildgebied ontgonnen). Kloostergemeenschappen die niet op Benedictus teruggingen, maar bv. op Ierse abten, verruilden vaak in de loop der tijden hun meestal veel rigoureuzer regel voor die van Benedictus. Diens regel blijkt in de praktijk het best het evenwicht te bewaren tussen theorie en praktijk; tussen zelfheiliging en naastenliefde, tussen activiteit en contemplatie; tussen praktisch organisatievermogen en wijsheid.
St. Benedictus’ leven ging vergezeld van talrijke wonderen – waaronder miraculeuze voedselvermenigvuldigingen in tijden van hongersnood (toen de voorraad aan noodlijdenden werd uitgedeeld) – en genezingen.
In 1964 benoemde paus Paulus VI hem tot patroon van Europa.
Bron: heiligen.net