De acht bisdommen van België hebben de synthese van het synodale proces, zoals het in hun diocees sinds oktober 2021 is gevoerd, gepubliceerd. In die syntheses geven ze weer wat in de bisdommen de afgelopen maanden allemaal is gebeurd, met wie er is gesproken en wat daarvan het resultaat is. Dat proces maakt deel van de eerste, diocesane fase van Bergoglio’s synode met als thema: Voor een synodale Kerk: communio, participatio, missio en die in oktober 2023 in Rome afgesloten wordt. De synode van 2021-2021 wordt ook wel de synodale weg voor de hele Kerk, of de Synode van de synodes genoemd, en wellicht Bergoglio’s laatste en meest belangrijke synode, om ‘een nieuwe kerk’ te creëren waar diegenen die de ware Kerk verfoeien, zich thuis zullen voelen.
Van de acht diocesane syntheses maakt het secretariaat van de Bisschoppenconferentie een nationale synthese die in augustus aan het algemene secretariaat van de Bisschoppensynode in Rome wordt bezorgd.
We citeren uit de diverse synthesedocumenten van de bisdommen.
Bisdom Antwerpen, onder leiding van Johan Bonny:
Veruit het sterkste appel betreft de ambtsvoorwaarden. Vanuit alle mogelijke hoeken klinkt de roep om het gewijde ambt open te stellen voor vrouwen en gehuwde personen. De argumenten daarvoor zijn divers: van het tekort aan gewijde bedienaars, over de kwaliteit van het pastoraat en het geluk van de pastores tot de principiële geloofwaardigheid van het instituut.
Het thema staat in onze Kerk al lang op de voorgrond. Vanuit de dynamiek van Vaticanum II leefde de verwachting dat gehuwde mannen al priester zouden kunnen worden in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het is in die periode dat een golf van uittredingen de Kerk zwaar heeft geraakt. Vele goede, warme en bekwame herders verlieten het ambt om te huwen. Gemeenschappen bleven verweesd achter, vol onbegrip om de starre houding van de Kerk. De vraag naar de wijding van gehuwde mannen (zgn. viri probati) vraagt om een positieve aanpak op korte termijn.
Een gelijkaardig gevoel van onrechtvaardigheid betreft de plaats van de vrouw in de Kerk. De redenen waarom vrouwen niet worden toegelaten tot het ambt zijn voor menig gelovige ontoereikend, meer nog: ze klinken wereldvreemd. In oudere generaties leeft bij vele gelovigen wrok hierover. Bij jongere generaties is het nog erger: de ongelijkwaardige behandeling van de vrouw is voor velen de belangrijkste reden om de Kerk links te laten liggen.
Aartsbisdom Mechelen-Brussel:
Het vraagstuk van de plaats van de vrouw in de Kerk komt in vele verslagen terug. Mensen begrijpen de huidige kerkleer niet en ervaren die soms als ondraaglijk, vooral inzake de uitsluiting van de vrouw van het bestuur van de Kerk of de richtlijnen over het gezin, het koppel en contraceptie. De bijdrage van vrouwen wordt niet op prijs gesteld.
[…]
De katholieke kerk als “instituut” wekt ambivalente gevoelens op. Enerzijds erkennen deelnemers dat de Kerk een onmisbaar kader schept voor gelovigen om zich te wortelen. Anderzijds kan “het instituut” voor sommige mensen net een reden worden om afstand te nemen of de Kerk te verlaten. Dit Kerkbeeld is Westers: “Wij zien dat elders in de wereld het instituut Kerk nog steeds een moederlijke rol speelt, terwijl zij hier soms op een stiefmoeder
lijkt: zelfs als zij tegen onze wensen ingaat, kunnen wij niet anders dan haar liefhebben.”Sommigen ervaren de Kerk als moralistisch, formalistisch, ver verwijderd van het leven van mensen in plaats van open, gastvrij, gericht op liefde en gerechtigheid.
Het standpunt van de Kerk inzake bio-ethische kwesties zoals abortus en euthanasie wordt gesteund. De Kerk stelt zich terecht op als de hoedster van het (kwetsbare) leven vanaf
het begin tot het natuurlijke einde. Maar zij moet een “fundamentalistisch discours” of neerbuigende houding jegens mensen vermijden. Wat euthanasie betreft, zijn sommigen van
mening dat dit in gevallen van ondraaglijk lijden ook vanuit christelijk oogpunt een optie zou moeten zijn, aangezien palliatieve zorg niet altijd in alle behoeften kan voorzien.Voor sommigen is de rol van de priester veranderd: hij wordt meer een “liturgisch officiant” dan een herder. Anderen menen dat het priestertekort te wijten is aan het weinig aantrekkelijke imago van het ambt. Soms ervaart men een zekere starheid onder jonge priesters. Het gebeurt dat leken geen verantwoordelijkheid nemen omdat zij zich niet betrokken voelen. Het klerikalisme is niet verdwenen en bedreigt zowel de priesters als de leidinggevende leken. Permanente diakens zien zowel bij priesters als bij sommige leken een gebrek aan openheid en begrip voor hun zending. Hetzelfde geldt voor godgewijde personen, vooral zij die het apostolische leven delen.
Vele deelnemers klagen het standpunt van de Kerk inzake het verplichte priestercelibaat aan als een last en een bron van enorme druk op priesters. Een verplichte keuze tussen een roeping als priester en een gezinsleven is echt niet meer van deze tijd, zo klinkt het. Ook het verband tussen het verplichte celibaat en grensoverschrijdend gedrag (misbruik) is volgens meerdere deelnemers evident.
Meerdere deelnemers betreuren de kloof tussen de Kerk en onze tijdgenoten. Zij stellen vast dat de Kerk zich afsluit van de wereld en niet mee is met maatschappelijke evoluties, maar ook een veroordelende houding aanneemt. De Kerk wordt getekend door een onvermogen zichzelf in vraag te stellen, een gebrek aan bezinning op de toekomst, moeite de eigen gewoonten te doorbreken en nieuwe projecten te ondernemen, een gebrek aan
samenhang tussen wat wordt verkondigd en wat wordt gedaan. Dit zijn bronnen van wantrouwen.Meerdere deelnemers zijn teleurgesteld over de starre houding van de Kerk ten aanzien van het lot van de gescheidenen en van degenen die een relatie hebben die niet in aanmerking komt voor het sacrament van het huwelijk, met inbegrip van homoseksuelen.
Deze mensen kunnen zich onwelkom, buitengesloten en veroordeeld voelen.
Bisschop Lode Aerts van het Bisdom Brugge zette zich bijzonder in tijdens deze diocesane fase. Hij zorgde ervoor dat zo’n 10.000 jongeren werden bevraagd, van onder meer in het onderwijs (in scholen; zo’n 8000 leerlingen), jeugdbewegingen, nieuwe bewegingen, IJD-groepen en parochiale jongerengroepen; dus meestal wat ze noemen “randkerkelijken”, of mensen die nooit een voet in de kerk zetten…
Enkele fragmenten uit zijn document:
De synthesetekst vormt de kern van het document “Samen” dat de schrijfgroep opstelde. Uiteindelijk kwam men tot 22 verwachtingen:
We verwachten dat de Kerk in ons bisdom…
1. inspanningen doet om als Kerk aanwezig te zijn op plaatsen waar de jongeren zijn en hen respectvol benadert en aanvaardt zoals ze zijn, met ruimte voor open dialoog.
2. investeert in jongerenpastores en jongerenanimatoren en duidelijke aanspreekpunten creëert waar zowel individuele jongeren, jeugdbewegingen, scholen, nieuwe bewegingen, IJD- en andere groepen bij terecht kunnen.
3. langdurig met jongeren op weg gaat, het beluisteren van jongeren verderzet en een aantal keer per jaar op concrete plekken in ons bisdom luister- en dialoogmomenten organiseert.
4. kansen zoekt om jongeren in contact te brengen met enthousiaste geloofsgetuigen.
5. impulsen verspreidt om de liturgie aantrekkelijker, meer begrijpbaar en gastvrijer te maken.
6. wegen verkent om te werken aan nieuwe liturgische muziek voor jongeren.
7. jongeren actiever betrekt in de (liturgische) vieringen en hen een specifieke taak geeft.
8. jongeren begeleidt om te experimenteren met nieuwe vormen van vieren op maat van jongeren.
9. Bijbelverhalen op een eigentijdse manier op het leven legt.
10. mogelijkheden aanreikt om de sterke tijden van het kerkelijk jaar intens te beleven.
11. jongeren uitdaagt om een sociaal en ecologisch engagement op te nemen.
12. een hedendaags en fris communicatiebeleid uitwerkt dat jongeren aanspreekt en in deze zoektocht
naar vernieuwing jongeren betrekt, maar ook bij professionals te rade gaat.13. onderzoekt hoe ze op regelmatige basis samen met jongeren de kern van het christelijke verhaal op een authentieke en hedendaagse manier kan brengen én niet alleen de vorm, maar ook de inhoud onder de loep neemt.
14. op maat van jongeren duiding en vorming geeft bij de christelijke boodschap in al haar facetten,
gelinkt aan het dagelijkse leven.15. in gesprek gaat met de verantwoordelijken van onderwijs om zo samen het christelijke verhaal uit te dragen en nadenkt hoe (godsdienst)leraren op scholen authentieke geloofsgetuigenissen
kunnen brengen.16. ondersteuning en vorming geeft aan jongerenbegeleiders, hen inspireert om de blijde boodschap uit te dragen en hen ook methodieken aanreikt om mee aan de slag te gaan.
17. jongeren bekwaam maakt in het voeren van een geloofsgesprek.
18. haar taal aan de jongeren aanpast, met hen hierover in gesprek gaat en samen zoekt welke taal het best geschikt is om actueel en begrijpbaar te communiceren.
19. wegen verkent om lokaal gastvrije oase- en verbindingsplekken te creëren waar jongeren kunnen thuiskomen en die bekend te maken. We vragen dat er bij de creatie van die plekken naar de noden van jongeren wordt geluisterd en dat jongeren er in alle vertrouwen ook zelf mogen ondernemen en inspireren.
20. onderzoekt hoe in scholen een meer verdiepend aanbod voor geïnteresseerden kan uitgewerkt worden.
21. inzet op een digitale omgeving voor en door jongeren, waar jongeren terecht kunnen met vragen en bezorgdheden en waar ze met elkaar en met de Kerk in gesprek kunnen gaan.
22. samen met jongeren nadenkt over de inrichting van de kerkgebouwen en er open en gastvrije
plekken van maakt.
Misschien is het dit wat ze willen in onze kerken:
Bron: Kerknet.be