29 maart verscheen op de website van The Remnant Newspaper een interview met Aartsbisschop Carlo Maria Viganò over de coronacrisis. We halen de meest belangrijke passages aan. Mgr. Viganò bekritiseert fel de beslissing van de bisschoppen om de publieke H. Missen stop te zetten, nog voordat de overheid maatregelen had genomen, en iedereen nog naar de winkel of het restaurant kon gaan. Maar ook het opschorten van de publieke H. Mis kan volgens hem als een onrechtstreekse straf gezien worden.
Mgr. Viganò ziet ziekte als een gevolg van de erfzonde, en dus een kans om boete te doen:
De coronavirus pandemie, zoals alle ziekten en de dood zelf, zijn een gevolg van de erfzonde. De zonde van Adam, onze stamvader, ontnam zichzelf en ons niet alleen de goddelijke genade, maar ook alle andere goede dingen die God aan de schepping gaf. Toen kwamen ziekte en dood in de wereld als straf voor het niet gehoorzamen aan God. De verlossing die ons in het Proto-evangelie (Genesis 3) werd beloofd, die in het Oude Testament werd voorspeld en die met de Menswording, het Lijden, de Dood en de Opstanding van onze Heer werd voltooid, verloste Adam en zijn nakomelingen van de eeuwige verdoemenis; maar de gevolgen van de erfzonde bleven als een teken van de zondeval en zij zullen pas bij de verrijzenis van het lichaam worden hersteld, zoals we in het Credo belijden, en dat zal plaatsvinden vóór de Dag des Oordeels.
Wij moeten volgens Mgr. Viganò met spirituele ogen kijken naar deze dingen, en we moeten de beproevingen aanvaarden voor de bekering van de zondaars:
Katholieken weten dat ziekte – en dus epidemieën, lijden en het verliezen van een geliefde – moet worden aanvaard in een geest van geloof en nederigheid, zelfs als boetedoening voor onze eigen persoonlijke zonden. Dankzij de gemeenschap van de heiligen – dankzij wie de verdiensten van alle gedoopten worden doorgegeven aan alle anderen in de Kerk – kunnen wij deze beproevingen ook dragen voor de zonden van anderen, voor de bekering van hen die niet geloven, en om de tijd die de zielen van de gelovigen in het vagevuur moeten doorbrengen te verkorten. Zoiets vreselijks als covid-19 kan voor ons ook een kans zijn om te groeien in geloof en actieve naastenliefde.
Aartsbisschop Viganò wijst het idee dat God niet zou straffen van de hand:
Een vader die zijn kinderen niet straft, houdt niet van hen, maar verwaarloost ze; een dokter die de patiënt onverschillig observeert hoe het erger wordt er onherstelbaar koudvuur ontstaat. God is een liefhebbende Vader omdat Hij ons leert wat we moeten doen om het eeuwige geluk in het Paradijs waardig te zijn. Als we zijn geboden niet gehoorzamen door te zondigen, laat Hij ons niet sterven, maar komt Hij ons vinden en stuurt Hij ons vele tekenen, vaak heel streng. Dan herstellen we onze wegen, tonen we berouw, doen we boete en keren we terug naar onze oude vriendschap met Hem.
Hij merkt op dat God niet enkel individuele zonden kan bestraffen, maar ook de zonde van een natie, door middel van wetten of activiteiten die de zonde goedkeuren:
Naast de zonden die door individuen worden begaan, zijn er ook de zonden van samenlevingen, van naties. Abortus, die zelfs tijdens de pandemie nog steeds onschuldige kinderen vermoordt; echtscheiding, euthanasie, de gruwel van de zogenaamde homohuwelijken, het vieren van sodomie en andere vreselijke perversies, pornografie, het bederf van kinderen, speculatie door de financiële elite, het ontheiligen van de zondagen, en zo gaat de lijst maar door…
En hij citeert daarbij de H. Thomas van Aquino:
De heilige Thomas van Aquino leert dat het de plicht is van het individu om de ene ware God te erkennen, te aanbidden en te gehoorzamen. Op dezelfde manier moeten samenlevingen – die vele individuen omvatten – God te erkennen en ervoor te zorgen dat hun wetten de leden van de samenleving in staat stellen het spirituele doel te bereiken waarvoor ze bestemd zijn. Er zijn naties die God niet alleen negeren, maar Hem ook openlijk verloochenen. Er zijn naties die van hun burgers verlangen dat zij wetten accepteren die in strijd zijn met de natuurlijke moraal en de katholieke leer, zoals de erkenning van het recht op abortus, euthanasie en sodomie. Anderen corrumperen kinderen en schenden hun onschuld. Zij die toestaan dat mensen Gods Goddelijke Majesteit belasteren, kunnen zich niet aan Gods straf onttrekken.
Verder wijst hij op de zonden van diegenen in de Kerk, en de Kerkelijke hiërarchie:
Laten we niet vergeten dat de kerkelijke gemeenschap, die ook een samenleving is, niet vrijgesteld is van de hemelse straf wanneer haar leiders verantwoordelijk worden voor collectieve overtredingen.
En hij verduidelijkt verder:
Ik moet echter ook zeggen dat hoewel de Kerk heilig is, sommige van haar leden en van haar hiërarchie hier op aarde wellicht zondaars zijn. In deze moeilijke tijden zijn er veel geestelijken geweest die deze naam niet waardig zijn, zoals de misbruikschandalen die door hen, zelfs door bisschoppen en kardinalen gepleegd zijn, hebben laten zien. De trouweloosheid van de gewijde Herders is een schandaal voor hun confraters en voor velen onder de gelovigen, niet alleen wat betreft de zucht naar macht, maar ook – en ik zou zeggen vooral – wanneer zij raken aan de integriteit van het geloof, de zuiverheid van de leer van de Kerk en de heiligheid van de zeden. Ze hebben zelfs daden van ongekende ernst begaan, zoals we hebben gezien bij de aanbidding van het pachamama-afgodsbeeld in het Vaticaan zelf. Ik denk inderdaad dat onze Heer terecht verontwaardigd is over de grote hoeveelheid schandalen die zijn begaan door degenen die het goede voorbeeld zouden moeten geven, – ze zij immers de herders -, aan de kuddes die aan hen zijn toevertrouwd.
Laten we niet vergeten dat het voorbeeld dat door zovelen in de Hiërarchie wordt gegeven niet alleen een schandaal is voor de katholieken: het is een schandaal voor de mensen buiten de Kerk die haar zien als een lichtbaken en een referentiepunt
Aartsbisschop Viganò kan zijn afschuw voor de daden en uitspraken van Bergoglio niet onder stoelen of banken steken, en noemt zelfs de pachamamabeelden “smerig” en “satanisch”:
Het doet me pijn te moeten zeggen dat we ook nu, nadat we de goddelijke toorn op de wereld hebben zien neerdalen, de Majesteit van God blijven beledigen door te spreken over moeder aarde die respect eist, zoals de Paus een paar dagen geleden in zijn zoveelste interview zei. Wat we moeten doen is vergeving vragen voor de heiligschennis die in de Basiliek van de St.-Pieter is gepleegd en deze opnieuw in te wijden voordat het Heilig Misoffer daar kan worden opgedragen. We moeten ook een openbare processie bijeenroepen om boetedoening te tonen, ook al nemen alleen prelaten deel onder leiding van de Paus. Zij moeten de barmhartigheid van God over zichzelf en over zijn volk afroepen. Dit zou een teken zijn van die ware nederigheid waar we allemaal opwachten, als genoegdoening voor alle gepleegde misdrijven.
Hoe kunnen we onze verbijstering bedwingen als we woorden horen als die welke op 26 maart in Santa Marta zijn uitgesproken? De Paus zei: “De Heer moet ons niet aan het eind van ons leven vinden en tegen ons zeggen: “Jullie zijn verdorven. Jullie hebt de weg verlaten die Ik je heb laten zien. Jullie hebt je voor afgoden gebogen.” Dergelijke woorden zijn werkelijk verbijsterend, vooral als we bedenken dat hij zelf een vreselijke heiligschennis heeft begaan voor het oog van heel de wereld, voor het altaar van de confessio van de heilige H. Petrus, een echte profanatie, een daad van geloofsafval, met die smerige en satanische beelden van pachamama.
Over de opschorting van de publieke H. Missen en de toediening van de HH. Sacramenten aan o.a. stervenden, zegt Mgr. Viganò het volgende:
Dit is een verschrikkelijk lijden, misschien wel het ergste dat de gelovigen ooit hebben gezien. Het is ongelooflijk om te denken dat zoiets de stervenden wordt ontzegd.
Op dit moment lijkt het erop dat de Hiërarchie, op enkele uitzonderingen na, geen bedenkingen had om de kerken te sluiten en de deelname van de gelovigen aan het heilig Misoffer te verhinderen. Ze hebben zich gedragen als koude bureaucraten, als uitvoerders van de wil van de vorst, en de meeste gelovigen hebben hun acties beschouwd als teken van hun gebrek aan geloof. Wie kan het hen kwalijk nemen?
Maar hij ziet deze opschorting als een andere soort straf, omdat God de zovele heiligschennissen, banale liederen en ketterse preken in zijn kerken gewoon moe is:
Ik vraag me bijna af – en het is vreselijk om te denken – of het sluiten van kerken en het opschorten van alle vieringen niet een andere straf van God is, naast de pandemie. Ut scirent quia per quae peccat quis, per haec et torquetur. Opdat ze weten dat de mens bestraft wordt met datgene waarmee hij zondigt. (Wijsheid 11, 17) Beledigd door de slordigheid en het gebrek aan respect van zijn priesters; verontwaardigd door de profanatie van het Heilig Sacrament die elke dag met de handcommunie plaatsvindt en moe van de banale liederen of ketterse preken, vindt Hij nog steeds – vanuit de stilte van het Tabernakel – genoegdoening in de sobere lofprijzing die Hem wordt aangeboden door de vele priesters die nog steeds de Mis van alle tijden opdragen. De Mis die teruggaat tot de tijd van de apostelen. En die door de eeuwen heen altijd het kloppend hart van de Kerk is geweest. Laten we deze meest plechtige waarschuwing niet vergeten: Deus non irridetur. God laat niet met zich spotten.
Maar over deze beslissing van de bisschoppen heeft hij in feite geen enkel goed woord:
Het is duidelijk dat ik de basale zorgen om veiligheid en bescherming begrijp en deel, die de autoriteiten voor de volksgezondheid moeten nemen. Maar net zoals zij het recht hebben om maatregelen te treffen voor zaken die ons lichaam raken, hebben de kerkelijke autoriteiten het recht en de plicht om zich zorgen te maken over de gezondheid van onze ziel. Ze kunnen de gelovigen niet het geestelijk levensonderhoud ontzeggen dat ze ontvangen van de Eucharistie, om nog maar te zwijgen van het Sacrament van de Biecht, de Mis en het Viaticum (het H. Oliesel).
Toen zoveel winkels en restaurants nog open waren, hadden de verschillende bisschoppenconferenties alle heilige diensten al opgeschort, ook al hadden de burgerlijke autoriteiten daar niet om gevraagd. Dit bewijst eens te meer dat de Hiërarchie in een vreselijke toestand verkeert en toont aan dat de bisschoppen maar al te graag het welzijn van de zielen willen opofferen aan de macht van de staat of de dictatuur van het eenheidsdenken.
Vervolgens had Mgr. Viganò kritiek op hoe de Kerk zich de dag van vandaag gedraagt, en hoe de kerkgebouwen worden onteerd:
De moderne kerk is veranderd in een soort NGO. Echte naastenliefde heeft niets te maken met maconnieke imitatie ervan, hoezeer men die ook probeert te verbergen met een uiterst vaag gevoel voor spiritualiteit: het is precies het tegenovergestelde, want de verschillende organisaties die we vandaag aan het werk zien, ontkennen dat er maar één ware Kerk is, en dat haar boodschap van verlossing moet worden verkondigd aan degenen die erbuiten staan. Dat is niet alles: de Kerk is na het Concilie zo ver afgedwaald in kwesties van godsdienstvrijheid en oecumene dat veel caritasinstellingen nu de mensen die aan hun zorg zijn toevertrouwd in hun heidendom of atheïsme bevestigen. Ze bieden hun zelfs gebedsplaatsen aan waar ze kunnen gaan bidden. We hebben zelfs verschrikkelijke voorbeelden gezien van missen waarbij, op uitdrukkelijk verzoek van de celebrant, in plaats van het Heilig Evangelie een lezing uit de Koran wordt genomen of, zoals recentelijk is gebeurd, afgoderij wordt beoefend in katholieke kerken.
Ik denk dat de beslissing om kerken te veranderen in refters of slaapzalen voor de behoeftigen het bewijs is van deze basale huichelarij die, zoals we met de oecumene hebben gezien, een schijnbaar goede zaak is (zoals het voeden van de hongerigen of het opvangen van de daklozen) – en deze benut om het grote vrijmetselaarsplan van één wereldreligie tot stand te brengen, een religie zonder dogma’s, zonder ceremonies, zonder God. Het gebruik van kerken als herberg, in de aanwezigheid van zelfvoldane prelaten die langskomen om pizza’s of varkenskoteletten te serveren met een schort over hun kerkelijke kledij, betekent dat ze ontheiligd worden. Vooral wanneer zij die lachen naar de fotografen, absoluut nooit de deuren van hun eigen herenhuizen openen voor de mensen die ze willen gebruiken voor hun politieke doeleinden. Laat me teruggaan naar wat ik zei en herhalen dat al deze heiligschennis de onderliggende oorzaak is van de huidige pandemie.
Mgr. Viganò besluit met de volgende woorden:
We kunnen geen enkel compromis sluiten met de wereld. De bisschoppen moeten zich weer bewust worden van hun eigen, persoonlijke apostolische autoriteit, die niet kan worden gedelegeerd aan tussenorganen zoals bisschoppenconferenties of synodes, die de uitoefening van het apostolisch ambt hebben verstoord en ernstige schade hebben toegebracht aan de goddelijke constitutie van de Kerk.
De tijd is gekomen om een einde te maken aan synodale wegen. Aan een absurd gevoel van minderwaardigheid en complimenteuze houding in de omgang met de wereld. Aan dat hypocriete gebruik van het woord dialogeren in plaats van onbevreesd het Evangelie te verkondigen. We moeten stoppen met het onderwijzen van valse doctrines en stoppen met het bang zijn om over zuiverheid en heiligheid te preken. En stoppen met zwijgen tegenover de arrogantie van het kwaad. Stop met het verdoezelen van vreselijke schandalen. Stop met liegen, bedriegen en wraak nemen.
Het katholieke leven moet een strijd zijn tot het einde toe, geen zorgeloze weg de afgrond tegemoet. Wij allen, die de heilige wijdingen hebben ontvangen, zullen door Onze-Lieve-Heer gevraagd worden rekenschap te geven van de zielen die we gered hebben, en van degenen die we verloren hebben laten gaan door ze niet te berispen en te redden. Laten we teruggaan naar het ene ware geloof. Naar een leven van heiligheid. Naar de enige eredienst die God behaagt.
Bekering en berouw, zoals Onze-Lieve-Vrouw, Moeder van de Kerk, ons vraagt. Laten we haar, het Tabernakel van de Allerhoogste, vragen de priesters en bisschoppen de heldhaftige impuls te geven die ze nodig hebben om de Kerk te redden en de overwinning van het Onbevlekt Hart van Onze-Lieve-Vrouw te bewerkstelligen.