De richtlijnen van 1985 voor het voorbereiden van kandidaten tot het priesterschap werden recent door de Congregatie voor de Clerus geupdatet en vrijgegeven. Het omvat een gedetailleerde reeks van richtlijnen en normen voor de priesterlijke vorming. Een aantal zaken zijn nieuw, o.a. de opvolging door een ‘zielenknijper’ en het bestuderen van klimaatverandering.
De nieuwe richtlijnen geven aan dat “de grootste aandacht moet gegeven worden aan het thema van de bescherming van minderjarigen en kwetsbare volwassenen,” en “men moet waakzaam zijn dat diegenen die toegang willen tot het seminarie of een vormingshuis, of diegenen die reeds op punt staan de H. Wijding te ontvangen, in geen geval betrokken waren bij enige misdaad of problematisch gedrag op dit gebied.”
Volgens de nieuwe regels moeten congressen en cursussen over de bescherming van kinderen en kwetsbare volwassenen een onderdeel zijn van zowel het seminarieonderwijs als de verder durende educatie van priesters. Klaarblijkelijk moeten de seminaristen onderricht krijgen omtrent kindermisbruik. De bisschoppen moeten ook zeer voorzichtig zijn in het aanvaarden van kandidaten die uit andere seminaries werden gebannen. Ook vermeldt het document dat homoseksuelen in geen geval kunnen toegelaten worden tot het priesterschap.
De richtlijnen herbevestigen dat seminaristen Katholieke sociale leer bestuderen en het document zegt dat deze educatie de studie van klimaatverandering en andere milieubedreigingen moet omvatten. De bescherming van het milieu en de zorg voor de aarde staat hierin centraal.
Seminaristen zouden ook moeten aangemoedigd worden om sociale media te gebruiken om relaties op te bouwen, en voor evangelisatie.
Het document geeft ook aan dat psychologen, al dan niet vast aanwezig in het seminarie, een waardevolle hulp kunnen bieden aan de rector en de bisschop “in het beoordelen van een persoonlijkheid, het uiten van een opinie over de psychologische gezondheid van de kandidaat, en in therapeutische begeleiding , om een licht te werpen op eventuele problemen die kunnen oprijzen en om de groei in menselijke volwassenheid te begeleiden.”
Het wordt ook aanbevolen dat vrouwen in het personeelsbestand van het seminarie worden opgenomen, of dat vrouwen doceren aan de universiteiten waar de kandidaten studeren en dat de mogelijkheid van de kandidaat om te werken en om te gaan met vrouwen wordt overwogen in de evaluatie van de kandidaat.
Het document geeft ook aan dat het vereist is dat toekomstige priesters experten zijn in het “pastoraal onderscheiden” van situaties, en een goed oordeel te geven en juiste keuzes te maken (wellicht bedoelt men hier m.b.t. het uitreiken van de H. Communie aan hertrouwde gescheidenen, nvdr).
Het is de bedoeling dat de richtlijnen door de nationale bisschoppenconferenties worden overgenomen.
Bron: Catholicherald