Mgr. Schneider over wanneer het geoorloofd is de H. Mis niet bij te wonen op zondag

Michael Matt van The Remnant Newspaper stelde enkele vragen aan Mgr. Athanasius Schneider wat betreft onze plicht om ’s zondags de H. Mis bij te wonen, en meer bepaald, wanneer het geoorloofd is om geen H. Mis bij te wonen, en de zondag thuis te heiligen. Dit kan zeer nuttig zijn voor mensen die zich in een situatie bevinden welke de bisschop vernoemt.

MJM: Ten eerste, wanneer is het in het algemeen toegestaan voor een gelovige katholiek om de Mis op zondag te missen?

Bisschop Schneider: De verplichting om op zondag de Mis bij te wonen is een wet van de Kerk, d.w.z. een positieve wet, en geen Goddelijke wet. De goddelijke wet van het derde gebod verplicht ons de dag des Heren te heiligen, d.w.z. te rusten en heilig te houden (zie Ex. 20:10; 31:14). Wij zorgen er speciaal voor dat wij een vaste tijd reserveren, waarop wij, los van lichamelijke arbeid en wereldse zaken, ons hele wezen, ziel en lichaam, kunnen wijden aan de godsdienstige verering van God. Dienstbare werkzaamheden (zware lichamelijke arbeid) zijn geoorloofd op zondag, wanneer de eer van God, het welzijn van onze naaste of een dringende noodzaak dit vereist. Het is geoorloofd op zondag ontspanning van lichaam en geest te zoeken, want dat is een middel om na gedane arbeid weer op krachten te komen.

MJM: Als ik bijvoorbeeld met mijn gezin op vakantie ben en de enige beschikbare mis is 150 mijl verderop, ben ik dan tegenover God verplicht die bij te wonen?

Bisschop Schneider: Het bijwonen van de Mis is verplicht, behalve bij een “ernstige reden” (zie canon 1247 en canon 1248 van het Wetboek van Canoniek Recht). In andere gevallen, waarin gemakkelijker uitzonderingen kunnen worden toegestaan, spreekt het canonieke recht van “een gegronde reden”. Er is het canonieke en morele beginsel dat zegt: ad impossibilia nemo tenetur (niemand is verplicht het onmogelijke te doen) en ook het beginsel dat een positieve kerkelijke wet niet verplicht met ernstig ongemak. Dit kan in ons geval worden toegepast: Als het bijwonen van de zondagsmis onevenredig grote objectieve ongemakken vereist, wordt men vrijgesteld van de wet, deze ongemakken kunnen zijn zoals in ons geval buitensporig lange reizen. De berekening van de afstand, van de kilometers, hangt af van de kwaliteit van de wegen, de transportmiddelen, de eigen financiële situatie, de veiligheid. Het is moeilijk het exacte aantal kilometers aan te geven. Men moet ook hier zijn gezond verstand gebruiken. Men zou kunnen zeggen dat als de reisduur in één richting meer dan twee uur bedraagt, dit een legitieme reden is om de Zondagsmis niet bij te wonen.

MJM: Als ik ziek ben maar niet stervende – alleen maar hoestend en ellendig – ben ik dan verplicht de Mis bij te wonen? Of ben ik in dat geval verplicht de Mis NIET bij te wonen uit liefdadigheid voor de gezondheid van mijn medeparochianen?

Bisschop Schneider: In dit geval bent u niet verplicht de Mis bij te wonen. Als u alleen maar hoest bent u niet verplicht de Mis niet bij te wonen. Toch bent u moreel verplicht om enige gezondheidsmaatregelen te nemen om geen besmetting te verspreiden.

MJM: Hier bij The Remnant worden we vaak benaderd door gelovige katholieken die de Mis op zondag en op de heilige dagen niet willen missen, maar die ook vinden dat de Mis in hun plaatselijke parochie zo doortrokken is van misbruiken dat ze met een goed geweten hun kinderen er niet aan willen blootstellen. Hebben zij het recht om de Mis op zondag te missen om hun kinderen te beschermen?

Bisschop Schneider: In zo’n situatie zijn ze gerechtvaardigd. Zij moeten echter een andere plaats voor de Zondagsmis zoeken.

MJM: Enkele jaren geleden hoorde ik wijlen de grote graaf Neri Capponi, een canoniek jurist, een toespraak houden over deze kwestie. Hij haalde de canon aan die, en ik parafraseer, een uitzondering maakt voor hen die menen dat hun geloof wordt ondermijnd door het bijwonen van een bepaalde liturgie om één of andere reden. In dat geval, betoogde graaf Capponi, zou iemand zijn toevlucht mogen nemen tot de Orthodoxe liturgie om aan de zondagsplicht te voldoen. Is dit inderdaad een van de bepalingen van de Codex van Canoniek Recht van 1983? En zo ja, bent u het eens met de conclusie van graaf Capponi?

Bisschop Schneider: Canon 844 § 2 zegt dat voor het ontvangen van de sacramenten van een niet-katholieke bedienaar in wiens kerk de sacramenten geldig zijn, het noodzakelijk is dat elk gevaar van leerstellige onverschilligheid wordt vermeden. Maar naar mijn mening heeft een dergelijke toestemming een uitzonderlijk karakter en in een concreet enkel geval, en niet gedurende een langere periode. Als u dit gewoonlijk of gedurende lange tijd doet, brengt u uw katholieke geloof in gevaar, omdat u mettertijd de dwalingen van de Orthodoxe Kerk aanvaardt (b.v. weigering van het dogma van het pauselijk primaat, van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, aanvaarding van echtscheiding) en bovendien brengt u duidelijk ergernis over aan andere katholieken.

MJM: Als ik me goed herinner, betoogde graaf Capponi dat als het voor een gelovige katholiek geoorloofd kan zijn om een formeel schismatische liturgie bij te wonen, volgens het Wetboek van Canoniek Recht en alleen in bepaalde buitengewone omstandigheden, dan is het uiteraard geoorloofd om Missen bij te wonen die worden aangeboden door de priesters van de Sociëteit van Sint Pius X om dezelfde reden, mits men dit niet doet met schismatische bedoelingen. Bent u het daarmee eens?

Bisschop Schneider: De situatie van de Sociëteit van St. Pius X (SSPX) is niet te vergelijken met een Orthodoxe kerk, omdat de SPPX volledig katholiek is wat betreft de waarheden van het katholieke geloof, zij erkennen de paus, zij noemen de paus en de respectieve plaatselijke bisschoppen in de Canon van de Mis en bidden zelfs in het openbaar voor hen. Daarom is de SPPX zeker niet schismatiek. De situatie van de SSPX bestaat uit een gebrekkige canonieke status binnen de Kerk, en dit niet vanwege hun eigen wil of kwade opzet, maar uitsluitend vanwege de buitengewoon ernstige crisis van het Geloof en de Liturgie binnen de Kerk, een crisis die door de Heilige Stoel wordt bevorderd of getolereerd. De voorwaarden die de Heilige Stoel aan de SPPX stelt voor een volledige canonieke regularisatie zijn uiteindelijk moeilijk te aanvaarden, omdat zij van de SPPX eisen dat zij de ‘goedheid’ van de Nieuwe Mis en het Tweede Vaticaans Concilie als geheel erkent als deel van de katholieke Traditie, ook al had dit Concilie volgens zijn eigen verklaring en die van de pausen Johannes XXIII en Paulus VI een hoofdzakelijk pastoraal karakter en was het niet de bedoeling de gelovigen eigen leringen met een definitief karakter voor te stellen.

Bron: Remnant Newspaper