Na de onthoofding van Bisschop Januarius in 305, verzamelde een vrouw zijn bloed in een ampule en bewaarde het als een relikwie. Later kwam dit in bezit van de kathedraal van Napels. Sinds 1389 wordt het bloed van de H. Januarius drie keer per jaar vloeibaar. Dat gebeurt op de eerste zondag van mei, op 19 september en 16 december. Het vloeibaar worden in december is echter sinds het Tweede Vaticaans Concilie maar slechts enkele keren meer gebeurd. Dit keer bleef het bloed weer gestold.
Wanneer het bloed gestold blijft, is dit veelal een slecht voorteken. Toen het bloed in het verleden weigerde vloeibaar te worden op de vastgestelde dagen, was dit vaak een voorteken voor rampen. Zo werd het bloed niet vloeibaar in 1528, toen de pest de stad teisterde; in 1939 aan het begin van WOII, in 1943 tijdens de bezetting van Italië door de Nazi’s; in 1973 toen er een cholera-epidemie uitbrak en in 1980 aan de vooravond van een zware aardbeving.
Mgr. Vincenzo De Gregorio van Napels kondigde aan dat het bloed op 16 december gestold bleef, nadat hij het – met een mondmasker op – had bekeken. Op 12 december benoemde Bergoglio Mgr. Domenico Battaglia – enorm geprezen door de liberale media – tot de nieuwe Aartsbisschop van Napels.
RESTKERK nieuws 