Wetenschappers bevestigen vernietiging van de Bijbelse steden Sodom en Gomorra

Wetenschappers hebben een straffe verklaring gegeven betreffende hun recente archeologische ontdekkingen in het Dode zee-gebied in Israël. Volgens hen zou er een meteoriet op ongeveer 1 km hoogte ontploft zijn met de kracht van een (zware) atoombom van tien Megaton, boven de noordoostelijke hoek van de Dode Zee en zo de hele toenmalige beschaving in dat gebied, in een omtrek van 25 km, beter bekend als “Midden Ghor”,  volledig weggevaagd hebben. De hitte was zo hevig dat aardewerk in glas veranderde en het stukken gesmolten lava regende. Waarom komt men nu pas naar buiten met deze bevindingen? Of wil God hiermee iets zeggen?

De onderzoekers presenteerden hun eerste bevindingen op een jaarlijkse meeting van de Amerikaanse Scholen van Oostelijk Onderzoek in november, en zijn hun theorie reeds aan het ontwikkelen sinds 2015. Ze stellen dat de bewijzen van radioactieve datering aantonen dat er een aantal beschavingen in dit gebied lange tijd floreerden, tot ongeveer 1700 voor Christus, toen de kleien muren van de gebouwen in de regio simultaan verdwenen en enkel de stenen funderingen overbleven. Tegelijkertijd werd het aardewerk in deze nederzettingen zodanig verhit dat het in een ogenblik van milliseconden in glas veranderde, zo redeneerden de wetenschappers aan de hand van analyses van de zirkoonkristallen die in dat proces werden gevormd. De regio zou blootgesteld geweest zijn aan temperaturen van 4000 tot 12.000°C, vergelijkbaar met de temperatuur aan de oppervlakte van de zon. De explosie deed gesmolten platina en lava in de regio neerregenen, en volgens twee archeologen bevestigt dit dat een meteoriet de aanleiding was, omdat platina in grotere hoeveelheden aanwezig is in meteoren dan op aarde. Ongeveer 40.000 tot 60.000 mensen die in de regio leefden werden vernietigt, en een oppervlakte van ruim 500 vierkante kilometer was naar schatting 700 jaar lang onbewoonbaar. Ze geloven dat het gebied z’n toplaag verloor en dat er een zoutlaag over werd afgezet, van de nabije Dode Zee, waardoor de vruchtbaarheid werd verwoest.

De opgravingssite “Tall el-Hamman” is volgens de wetenschappers de stad Sodom, wiens vernietiging in het Boek Genesis, hoofdstuk 19 wordt vermeld. De bij benadering bepaalde datum van deze gebeurtenis komt tevens overeen met tijdsperiode van de gebeurtenis in Genesis, aldus de archeologen. En het feit dat de apostel Judas Thaddeüs Sodom en Gomorra in zijn brief vernoemd als zijnde zichtbaar voor allen, bewijst dat die vernielde steden nog lang als een getuigenis zichtbaar zijn geweest:

Denk ook aan Sodom en Gomorra en de naburige steden: evenals die engelen bedreven zij ontucht en gaven zich over aan onnatuurlijke lusten; nu liggen zij daar voor aller oog als een afschrikwekkend voorbeeld, gestraft met een eeuwig vuur. (Judas 1,7)

Sodom en Gomorra werden vernietigd omwille van het soort zonden waarmee deze wereld heden wordt overspoeld: de tegennatuurlijke onkuisheid. De tijden nu zijn erger dan die van Noach en Lot… Want in die tijd konden ze enkel maar dromen van dingen zoals ‘van geslacht veranderen…’

Ook Petrus liet het niet na om Sodom en Gomorra te vernoemen in zijn tweede brief:

En zo zullen er onder u valse leraars komen, die heimelijk verderfelijke ketterijen invoeren. Zij zullen zich niet ontzien tot hun eigen schielijke ondergang de Heerser te verloochenen die hen heeft vrijgekocht. Velen zullen hun losbandigheid navolgen en de weg van de waarheid zal door hun toedoen in discrediet raken. In hun hebzucht zullen zij u met verzonnen verhalen geld uit de zak kloppen. Maar hun vonnis is allang geveld, hun ondergang zal niet op zich laten wachten. Want ook de engelen die zondigden heeft God niet gespaard, maar naar de onderwereld verwezen en in duistere holen opgesloten, in afwachting van het Gericht. Evenmin heeft Hij de wereld van de voortijd gespaard; Hij heeft alleen Noach, de heraut der gerechtigheid, met zeven anderen behoed, toen Hij de zondvloed bracht over die wereld van goddelozen. Ook de steden Sodom en Gomorra heeft Hij ten ondergang gedoemd en met as overdekt als een afschrikwekkend voorbeeld voor de goddelozen van latere tijden. Maar Hij heeft Lot gered, de rechtvaardige, die zwaar te lijden had onder het schandelijk gedrag van die onverlaten. Wonend in hun midden, dag aan dag zulke misdaden te moeten aanschouwen en aanhoren, was een foltering voor zijn rechtschapen gemoed. De Heer weet dus zowel de vromen uit de beproeving te redden alsook de boosdoeners ter kastijding te bewaren voor de dag van het oordeel, vooral hen die, door schandelijke begeerte gedreven, zich overgeven aan wellust en de Heerschappij verachten. Vermetel en verwaand schromen zij niet de hemelse machten te beschimpen. (2 Petrus 2,1-10)

Bron: OnePeterFive