irakkinderen

Erbil, Irak, 7 april 2016 – Zeshonderd Christelijke kinderen wiens families het geweld van ISIS ontvluchtten in 2014, hebben hun huizen verloren, scholen, soms ook vrienden, sanitaire voorzieningen en de stabiliteit van een normaal leven. Echter, ondanks hun vele verliezen, is er één ding dat ze nooit hebben achtergelaten, en dat elke dag groeit en sterker wordt: hun geloof.

Wanneer het erop aankomt om te vragen hoe te volharden in het geloof – en het door te geven met terroristen slechts enkele kilometers veraf – heeft een vrouw genaamd Carin een unieke vorm van catechese ontwikkeld, die ze leert aan de ontheemde Christelijke kinderen in Irak. “Ik denk dat de kinderen de capaciteit hebben om Jezus te aanbidden, om te overdenken,” vertelde Carin aan CNA in een interview in Erbil op 7 april.

Haar lessen zijn niet enkel bedoeld om de kinderen te leren hoe te bidden, maar eerder om hen de kans te bieden “om Jezus te ontmoeten, om Zijn liefde te geven en te ontvangen op een persoonlijke manier.”

Als Frans sprekende, is Carin een vrijwilligster in een voorgefabriceerde school die beheerd wordt door de Dominicaanse Zusters van de H. Catharina van Siena in de Iraakse stad Erbil, en die educatie biedt aan 600 ontheemde Christelijke kinderen en wordt onderhouden door fondsen van liefdadigheidsorgansiaties zoals ‘Hulp voor de Kerk in Nood’ (ACN) en ‘Katholieke Midden-Oosten welvaartsassociatie’ (CNEWA).

Gevlucht in 2014

De meeste van de kinderen die naar de school gaan komen van Mosul of Qaraqosh, de voormalige Christelijke hoofdstad van het Iraakse Kurdistan, en ze behoren tot de 120.000 families die Qaraqosh vluchtten toen ISIS het aanviel in augustus 2014.

De meerderheid van diegenen die vluchtten, inclusief de zusters, kwamen naar Erbil, en leven nu in wat ze noemen “containers” in vluchtelingenkampen in de Ankawa, de Christelijke wijk van de stad. Door de verschillen in het onderwijssysteem tussen de meeste scholen in het Iraakse Kurdistan, waar de lessen meestal in het Koerdisch worden onderwezen, en de scholen in Mosul en Ninevé, waar Arabisch de primaire taal is, was de meerderheid van de ontheemde studenten vorig jaar niet in staat om naar school te gaan.

Catechese in de kapel

Echter, met het bouwen van een nieuwe school, die de lessen in het Arabisch geeft, zijn de kinderen in staat om hun onderwijs verder te zetten, en met de hulp van Carin, om te blijven groeien en onderricht te worden in hun geloof dankzij de lessen catechese die ze ontvangen op de school.

Volledig met lezingen van het Evangelie, Eucharistische aanbidding, gebeden tot de H. Geest en concreet advies om het Evangelie te beleven in de kampen waar ze leven, wordt de catechese die ze ontvangen eens in de week geleerd aan alle graden van de school, in de zelfgemaakte kapel. Elke les is 40 minuten lang en begint buiten, “zodat de kinderen hun hart kunnen voorbereiden,” zei Carin, en ze legde uit dat “het beter is voor de kinderen om hun hart buiten voor te bereiden,” voordat ze de kapel binnentreden.

Nadat ze binnenkomen hebben de kinderen de tijd voor een kort “gebed van het hart” voor dat ze Jezus en de H. Geest vragen om aanwezig te zijn tijdens hun gebed. Het Heilig Sacrament wordt vervolgens uit het kleine tabernakel gehaald en in de kapel op een tafel gezet in het midden van de kamer. De kinderen zitten dan in stilte voor ongeveer 10 à 15 minuten, “zodat ze de stilte kunnen ervaren en Jezus ontmoeten in de stilte,” aldus Carin.

Naderhand wordt een passage uit het Evangelie voorgelezen, omdat hier Jezus “direct” tot ons spreekt, en nadat de lezing gedaan is bespreken ze “hoe we het Evangelie kunnen toepassen in het dagelijks leven, omdat Christen zijn, niet enkel in de kapel is, maar we moeten verder doen in het kamp.” De les eindigt met gebeden om voorspraak, waarbij ze vragen “dat de wereld mag worden zoals zij willen (bekeerd en in vrede, nvdr)“, en met een gebed tot Maria.

“Huiswerk bestaat enkel uit in de praktijk brengen wat ze in de les hebben geleerd”, zegt Carin, en ze legt uit dat “wanneer de kinderen terugkeren naar de kampen ze het Evangelie moeten blijven in de praktijk brengen. Dat en enkel dat.”

Carin leefde 25 jaar zonder God

Carin, die acht jaar ervaring heeft als een missionaris, ontwikkelde het curriculum voor de catecheselessen op haar eigen. Het volgt de liturgische kalender en omvat speciale activiteiten tijdens Kerstmis en Pasen. Nadat ze de school op zichzelf bezocht in september, stelde ze haar plan van catechese voor aan de Dominicaanse zusters. De zusters vonden het goed en nodigden Carin uit om terug te keren voor een periode van 6 maand. Nadat ze hulp ontving van de internationale organisatie voor het trainen van missionarissen (FIDESCO), arriveerde Carin in januari in Erbil en ze zal terug vertrekken in juni, als het schooljaar voorbij is. Ze leeft momenteel in een kamp in één van de containers die voor haar werden voorzien door de Dominicaanse zusters, en ze heeft geen inkomen. “Het is de Voorzienigheid die voor mij zorgt,” zegt ze.

Carin zei dat terwijl ze had gewerkt voor humanitaire organisaties voor zeven jaar, de motivatie voor haar missionair werk van een persoonlijke bekering komt, die ze had op de leeftijd van 25 jaar. “Ik leefde 25 jaar zonder God. Ik begon mijn leven zonder God.” Nadat ze zich tot het Christendom had bekeerd, voelde ze sterk aan dat ze haar hart wilde geven aan haar Vader in de hemel. “En hierdoor ben ik missionairs. Ik gaf mijn leven op omdat ik nu mijn leven geef aan God.” Ze helpt ook nog een andere orde van religieuze zusters, de Kleine Zusters van Jezus, met hun apostolaat in een kamp waar ze helpen.

Elke dag wordt het H. Sacrament naar het kamp gebracht zodat iedereen, volwassenen en kinderen, de gelegenheid hebben om te bidden. Het is de gedachte om niet enkel directe toegang te verlenen tot Jezus in het Sacrament, maar ook om hoop te geven, want de mensen zijn moe.

“Het is nu al een lange tijd, en ze hebben hoop nodig,” zegt Carin, toevoegend dat “wanneer we niets kunnen doen op menselijk vlak, het beter is om Jezus daar te brengen, en dan na Jezus, te gaan werken. Het is zo.”

irakkinderen2

470 kinderen doen hun Eerste Communie

Op 27 mei ontving de eerste groep van drie groepen kinderen hun Eerste Communie in het vluchtelingekamp van Erbil. Van de 5.500 mensen die daar leven, zijn meer dan 2000 kinderen. Hiervan zullen 470 hun Eerste Communie doen in de komende weken. 127 kinderen kregen afgelopen vrijdag al hun Eerste Communie. Op 3 juni komt de tweede groep aan de beurt, bestaande uit 145 kinderen, en tenslotte de derde groep van 150 kinderen, op vrijdag 10 juni.

Al deze kinderen zijn van de Syrisch-Katholieke Kerk. De Mis van 27 mei werd gecelebreerd door de Syrisch-Katholieke Aartsbisschop van Mosul, Yohanno Petros Moshe, in de grote opgezette kerk in het kamp.

De kerk begon als een tent, toen de eerste Christenen arriveerden en vroegen om een plaats om te bidden. Nu dient het als de hoofdparochie van het Aishty-kamp, die de grootste is in Erbil en onderverdeeld is in drie subkampen.

Dat bijna 500 kinderen hun Eerste Communie doen in het kamp is een teken van hoop, in een plaats waar de vlam van het Christendom aan het flikkeren is, en gevaarlijk dicht bij uitdoven komt.

Bron: Catholic News Agency

De redactie Avatar

Published by

Eén reactie op “Deze Irakese kinderen verloren alles – behalve hun geloof”

  1. willy Avatar

    Een zeer schone getuigenis graag meer van zulke artikelen dank u ! Shalom