De Nederlandse priester, kanunnik van het kathedraal kapittel en docent kerkelijk recht aan het Sint-Janscentrum (het priesterseminarie van het bisdom ‘s-Hertogenbosch) schreef een opiniestuk over het doen en laten van de Nederlandse bisschoppen in coronacrisis.
E.H. Mennen:
Als je één ding van de Nederlandse bisschoppen niet kunt zeggen, is dat ze in deze coronatijd geen voeling hebben gehouden met de seculiere samenleving. Was de corona in de media alomtegenwoordig – je kon de tv niet aanzetten of het ging erover – ook de bisschoppen coverden het thema uitputtend. Zo was de bisschop van Den Bosch de beproefde gelovigen nabij in elf woorden van bemoediging die men nog kan nalezen op de website van het bisdom en die, naar ik heb gehoord, ook nog in boekvorm zullen verschijnen tot meerdere eer en glorie van ……..
Het gezamenlijke episcopaat heeft zich vooral uitgeput in protocollen die bedoeld waren om het lichamelijk welzijn van de gelovigen te garanderen maar die in feite het kerkelijke en sacramentele leven onnodig hebben stilgelegd en een serieuze aanslag waren op het geweten van veel priesters.
En als we ons dan afvragen waarom die overdreven maatregelen, dan komen er verschillende antwoorden op bij de mensen die ik spreek.
Allereerst een oudere man die zei: één ding weet ik zeker: als het coronavirus in mijn jeugd, in de jaren vijftig, uitgebroken was, had de Kerk zulke gekke maatregelen zeker niet genomen. Toen was er nog een echt besef van de waarde van de Mis en de heiligheid en de heilsnoodzakelijkheid van de sacramenten.
Ik denk ook dat deze hyperhygiënische maatregelen alleen maar mogelijk zijn in de postconciliaire geest waarin wij leven en dat ze door sommigen zelfs gebruikt worden om die vaak onheilige geest ervan te verspreiden. Voor sommigen was de verplichte communie op de hand, die zelfs onder medici omstreden was, hét middel om een einde te maken aan de voor hen middeleeuwse praktijk van de tongcommunie. Zo speelt zelfs bij de corona ideologie een rol.
Zeker heeft bij de bisschoppen ook meegespeeld een overdreven angst verwijten te krijgen van de seculiere overheid. Met andere woorden: ze wilden graag het beste jongetje van de klas zijn. Dit heeft zeker te maken met het opgelopen trauma bij het misbruikschandaal. Dat dit gezien de algemene onverschilligheid en/of vijandigheid jegens de Kerk geen enkel effect heeft gehad of zal hebben, is bij de bisschoppen nog niet doorgedrongen. Ik pleit al langer – overigens tevergeefs – voor een meer assertieve houding van de bisschoppen waarin ze opkomen voor de vrijheid van godsdienst en het eigen karakter van de Kerk en haar moraal. Bisschoppen die het geestelijk heil van de mensen ondergeschikt maken aan een overdreven zorg voor hun lichamelijke gezondheid, die priesters dwingen tot het gebruik van “hostietangen” of tot uitvinden als “snackdoosjes” om de communie uit te reiken, die lange tijd minder gelovigen (geen) in de kerk toelieten dan de overheid toestond zijn geen herders in de traditie van Gregorius de Grote en Carolus Borromeüs maar lijken op de apostelen vóór Pasen die wegvluchten toen het kruis dichterbij kwam. Het tekent de dramatische toestand van de Kerk dat zelfs de paus soortgelijke maatregelen voor zijn eigen diocees neemt en priesters en gelovigen die vraagtekens bij die maatregelen zetten, vergelijkt met domme, opstandige pubers die moeite hebben met maatregelen van de overheid. Is dit alles de beroemde “geest van het concilie”? Nou, laat die kelk dan maar aan mij voorbijgaan!
Het lijkt erop alsof de Nederlandse bisschoppen de afgelopen maanden alleen maar bezig zijn geweest zo perfect mogelijke coronamaatregelen te bedenken. Zijn er dan geen belangrijker dingen. Naar mijn mening wel. Ik noem er maar eentje: het nieuwe altaarmissaal. Als de eucharistie bron en hoogtepunt van het kerkelijk en christelijk leven is, zoals het concilie beweert en de bisschoppen (overigens terecht) steeds weer herhalen, dan is een altaarmissaal voor het correct vieren van de eucharistie voor de Kerk van eminent belang. Nu is het oude altaarmissaal al sinds 2004 (!) niet meer leverbaar en de gebruikte missaals raken steeds meer versleten en vallen uit hun band. Een herdruk van het bestaande missaal was niet mogelijk omdat er nogal wat bezwaren kleven aan de huidige vertaling. Daarom besloten de bisschoppen destijds tot een geheel nieuwe vertaling volgens de geldende kerkelijke voorschriften. Die vertaling werd allereerst in Nederland gestart en later op aandringen van Rome met de Vlamingen voortgezet (commissio mixta). Het proces sleepte zich langzaam voort, vooral ook omdat alles In hapklare brokken) twee keer langs de afzonderlijke bisschoppen moest die niet bepaald vlug plegen te werken (hoge stapels waar wel veel op terecht maar niet alles vanaf komt). Bovendien vertraagde de samenwerking met de Vlamingen het proces nogal aanzienlijk, mede omdat de Belgen om diverse redenen niet zo in een nieuw missaal geïnteresseerd waren. In 2011 willigde Rome het verzoek in om in Nederland alleen met de vertaling verder te gaan. En sindsdien is eigenlijk niet veel meer vernomen. De vertaling is op een kleinigheid na helemaal klaar. Ik begrijp dat de muziek nog een duwtje behoeft en dat er nog teksten in Rome liggen (duurt soms een jaar over futiliteiten) of bij bepaalde bisschoppen.
De voortvarendheid waarmee de bisschoppen in de coronacrisis hebben opgetreden, is een betere zaak waardig. Ze hebben bovendien laten zien dat het kan, als ze willen. Bij dezen wil ik dan de Nederlandse bisschoppen, en met namen de bisschop-referent, oproepen even voortvarend werk te maken van het nieuwe missaal als van de minutieus uitgewerkte coronamaatregelen. Zelfs Rome maakt vaart als een conferentie achter hun vodden zit! Het m,issaal moet er dan binnen een jaar kunnen zijn. Het is een kwestie van willen en doen!
En nee… het is niet nodig de coronamaatregelen alvast in het nieuwe missaal op te nemen voor het geval van een nieuwe uitbraak van Covid-19!
13 juli 2020